31 augustus – het laatste recept: chocolate cookie

Dit is het laatste recept van mijn blog, jaja aan alle mooie liedjes komt een einde…
Ik vond het een ongelofelijk leuk project om te doen, zo had ik eindelijk een excuus om enorm veel uit te proberen en te bakken.

Een grote dankjewel aan iedereen die talloze keren de receptjes proefde en natuurlijk ook bedankt voor de fijne reacties!
Afsluiten doe ik met, hoe kan het ook anders, een fantastisch lekkere cookie!

Ingrediënten

• 250 gram bloem
• 1 theelepel bakpoeder
• 120 gram suiker
• 60 gram havervlokken
• 200 gram malse boerenboter
• 1 ei
• 100 gram donkere chocolade
• 1 vanillestokje

Bereiding

Zorg ervoor dat je de boter op tijd uit de koelkast haalt. Zo heeft de boter tijd om op kamertemperatuur te komen.

Doe de bloem, het bakpoeder, de suiker en de havervlokken in de mengbeker van de keukenmachine. Weeg alle ingrediënten voor het deeg goed af.

Plaats het hulpstuk voor deeg in de keukenmachine en meng alle ingrediënten op lage snelheid.

Snij de malse boter in stukjes en voeg die één voor één toe aan de droge ingrediënten. Doe ook het ei in de pot met beslag.
Snij eventueel een vanillestokje overlangs en schraap de zaadjes uit de peul. Voeg de vanillezaadjes toe aan het beslag.

Laat de machine even op hogere snelheid draaien, totdat je een egaal vast koekjesdeeg krijgt.

Breek de chocolade en hak ze in stukjes met een mes. Zorg ervoor dat de chocolade niet al te fijn gehakt is. De stukjes chocolade in zo’n cookie moeten groot genoeg zijn.
Voeg de chocolade bij het deeg en laat de machine alles mengen.

Leg een vel vershoudfolie op je werkblad en schep het deeg erop. Verpak de homp deeg in de folie en laat deze een half uurtje rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 175 °C.

Neem een bakplaat en leg daarop een vel bakpapier.

Rol balletjes van het deeg met een diameter van 3 à 4 cm. Schik ze op de bakplaat met voldoende ruimte ertussen.

Druk alle balletjes plat tot een reeks koekjes die precies even groot zijn.

Bak de koekjes ongeveer 20 minuten in de voorverwarmde oven.

Eenmaal je deze koekjes van Jeroen Meus hebt geproefd, dan wil je geen voorverpakte cookies meer!
 

30 augustus – Zweeds kaneelbroodje

Uit liefde voor Scandinavië kan dit recept niet ontbreken! In Zweden kent iedereen dit populaire broodje: 4 oktober is daar zelfs een heuse ‘kanelbullans dag’. In Zweden besprenkelen ze de ‘kanelbullar’ nog met parelsuiker, maar omdat er al genoeg suiker in dit recept zit, heb ik dit maar achterwege gelaten.
Als je bezoek hebt, is dit een heerlijk broodje om te delen met anderen. Het is de bedoeling dat iedereen telkens een bolletje aftrekt.
Veel plezier met het bakken en opeten van deze Scandinavische lekkernij!

De aandachtige lezers onder jullie zullen merken dat het deeg hetzelfde is als bij het chocoladebroodje, de vulling is echter deze keer met kaneel in plaats van met chocolade. Het recept vond ik op de blog van Donal Skehan.

Ingrediënten voor 2 kaneelbroodjes

voor het deeg

• 400 ml melk
• 110 gram boerenboter
• 14 gram gedroogde gist
• 110 gram kristalsuiker
• 750 gram witte bloem
• een halve theelepel zout
• 2 theelepels gemalen kardemom

voor de vulling

• 110 gram zachte boerenboter
• 90 gram kristalsuiker
• 2 eetlepels kaneel

voor de afwerking

• 1 ei

Bereiding

Meng in een grote kom de bloem, de suiker en het zout met een houten lepel.
Voeg daarna de gedroogde gist toe en meng opnieuw met de houten lepel. Je voegt de droge ingrediënten toe in twee stappen, omdat het zout en de gist niet met elkaar in aanraking mogen komen. Als dit wel gebeurt, zal de werking van de gist verminderen.

Smelt de boter op een laag vuurtje. Haal de kookpot van het vuur en giet er de melk bij. De lauwe boter zal ervoor zorgen dat de temperatuur van de melk stijgt. Bovendien wordt zo ook de gist geactiveerd.

Maak een kuiltje in het bloemmengsel en giet vervolgens het warme mengsel erin. Voeg ook de kardemom toe. Roer met een houten lepel tot je voelt dat je een ruw deeg krijgt.
Als het deeg een beetje vorm begint te krijgen en niet meer plakt, haal je het uit de kom.
Leg het vervolgens op een bebloemd werkvlak.
Kneed het deeg ongeveer 6 minuten goed door. Als het deeg nog te ‘plakkerig’ is, voeg dan een klein beetje bloem toe.
Duw even met je vinger in het deeg, als het deeg ‘terugveert’, dan is het genoeg gekneed.

Leg het deeg in een bebloemde kom. Dek af met vershoudfolie en een vochtige keukenhanddoek. Laat rijzen gedurende 45 minuten op een warme donkere plaats.

Nu is het tijd om de vulling te maken. Doe de suiker en de kaneel bij de zachte boter en meng met een houten lepel tot je een ‘pasta’ bekomt.

Verwarm ondertussen de oven op 220 °C heteluchtfunctie.

Wanneer het deeg gerezen is, duw je één keer met je vuist in het midden van het deeg zodat de lucht ontsnapt. Haal het uit de kom en verdeel in twee delen. Rol het deeg uit in een rechthoek van ongeveer 3 mm dik. Het is beter om het iets dunner uit te rollen, dan te dik. Verdeel de helft van het botermengsel over het volledige deeg.

Herhaal dit proces met de andere helft van het deeg.

Rol het deeg op via de lange zijde (druk goed aan) en snij het deeg in ongeveer 15 stukjes. Bekleed een bakplaat met bakpapier en plaats de stukjes tegen elkaar in een taartring. Bestrijk de kaneelbroodjes met een losgeklopt eitje.

Verminder de temperatuur van de oven tot 190 °C en bak de broodjes 15 – 20 minuten tot ze goudbruin kleuren.

Smaklig måltid!

Tips

• Als je geen taartvorm hebt, kan je de kaneelbroodjes ook bakken in een muffinvorm. Zo verkrijg je dan allemaal ‘losse’ kanelbullar.

 

 

 

 

29 augustus – notenkoekjes voor bij de koffie

Dit zijn super eenvoudige koekjes, maar o zo lekker voor wie van noten houdt! De koekjes bewaren een drietal dagen in een blikken doos met een suikerklontje erin. Het suikerklontje zorgt ervoor dat de koekjes lekker krokant blijven.
Het recept is afkomstig van een sportjuf, dus als zelfs zij die koekjes maakt…

Ingrediënten voor een bakplaat koekjes

• 125 gram notenmengeling
• 50 gram suiker
• 4 gram vanillesuiker
• 1 ei

Bereiding

Hak de noten fijn met de blender. Zorg ervoor dat je nog kleine stukjes overhoudt, het mogen geen kruimels worden.

Meng de fijngehakte noten onder de suiker en het ei.

Verwarm de oven voor op 150 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier.
Maak kleine hoopjes met een lepeltje en bak af gedurende 15 à 20 min.

Eet het koekje bij de koffie en geniet!

Tip

Dit supergemakkelijk recept kan je op een druilerige zondagnamiddag met kinderen maken! Zo kunnen ze dan de volgende dag een ‘gezond’ tussendoortje naar school meenemen.

28 augustus – verjaardagssoezentaart

Augustus is bij ons de verjaardagsmaand bij uitstek!

Als helft van een tweeling weet ik perfect hoe het voelt om op dezelfde dag jarig te zijn als mijn zus. Het leuke is echter dat ik twee tantes heb, die zussen zijn én vandaag verjaren zonder dat ze een tweeling zijn!
Die gebeurtenis verdient dan ook een speciale taart voor deze twee toffe tantes!

Ik presenteer jullie een heerlijke verjaardagssoezentaart met karamel. Ik geef hieronder een verkorte versie van het recept van Jeroen Meus (enkel de soesjes met de pudding), maar wie vragen heeft omtrent de opbouw van de taart met de karamel, mag zeker een mailtje sturen! Dan leg ik met plezier uit hoe je het moet doen.

Ingrediënten voor 60 soesjes

voor de pudding

• 750 ml melk
• 5 eetlepels kristalsuiker
• 5 eetlepels puddingpoeder

voor de soesjes

• 180 gram patisseriebloem (dit verkrijg je door gewone tarwebloem te zeven)
• 5 eieren
• 100 gram boerenboter
• 125 ml melk
• 125 ml water
• 1 vanillestokje
• een snuifje zout

spuitzak vullen

•  2 wegwerpspuitzakken (voor de pudding + voor het soezenbeslag)
• spuitmondje
• wasknijper
• kom

soesjes vullen

• een scheutje room

Bereiding

Pudding

Ik maak mijn pudding altijd in de microgolfoven, maar je kan dit ook in een kookpot op het vuur doen.

Doe de melk, het puddingpoeder en de suiker in een grote kom. Roer met een klopper tot je een egale massa verkrijgt. Zet het 4 minuten op de hoogste stand (bij mij is dit 600 watt). Haal de kom uit de microgolf en roer door met de klopper tot er geen klonters meer in de pudding zitten.
Zet het daarna weer 4 minuten op de hoogst stand.
Haal de kom uit, roer nog even door en giet de pudding in een schotel. Bedek de pudding met wat vershoudfolie. Dit zorgt ervoor dat er geen velletje op de pudding wordt gevormd.

Soezenbeslag

Weeg en meet alle ingrediënten zorgvuldig.

Zet een kookpot op een matig vuur en giet het water in de pot. Snij de vanillestok overlangs door en schraap met een mespuntje de zaadjes uit de beide helften van de peul. Doe de zaadjes, de melk en de boter ook in de kookpot.

Roer en laat de boter smelten. Zet het vuur op een laag pitje en strooi de bloem in de warme melk. Roer met een houten lepel tot je een mals egaal beslag krijgt. Ga door tot je een biscuitgeur ruikt en het stevig beslag behoorlijk droog is. Nu ben je bezig met het ‘drogen’ van het beslag, dit duurde bij mij zeker wel een kwartiertje.
Hieronder zie je foto’s van het proces.

       

Neem de pot van het vuur. Voeg het eerste ei toe en roer krachtig tot het in het beslag verwerkt is. Verwerk de rest van de eieren op dezelfde manier. Dit vraagt wat inspanning, maar uiteindelijk krijg je een mooi homogeen beslag.

Roer tenslotte een snuifje zout door het beslag.

Neem 2 ovenplaten uit de oven en verwarm het toestel tot 180 °C hetelucht- functie.

Bedek de ovenplaten met een vel bakpapier.

Nu zullen we de spuitzak vullen.
Knip de top van de spuitzak en plaats een breed rond spuitmondje.

  

Draai vervolgens het uiteinde van de spuitzak een beetje naar binnen en plaats een wasknijper op de spuitzak. Dit zal verhinderen dat er al soezenbeslag uitkomt, vooraleer je begint te knijpen.

 

Plaats de spuitzak in een kom en vul met het soezenbeslag. Ziezo, nu is je spuitzak gevuld.

   

Verwijder de wasknijper en spuit identieke toefjes beslag op het papier. Duw bovenaan de spuitzak. Plaats als je rechtshandig bent je rechterhand bovenaan en je linkerhand onderaan bij het spuitmondje. Het helpt als je telt terwijl je de toefjes spuit.

Laat voldoende ruimte tussen de porties beslag, want het volume zal tijdens het bakken verdubbelen. Kies voor toefjes met een diameter en hoogte van zo’n 2 cm.

Maak je vingertoppen nat en druk daarmee de kleine pieken die op elk toefje beslag staan, vlak.

 

Bak de soesjes gedurende 20 tot 25 minuten in de oven van 180 °C, en laat de goudbruine luchtige balletjes nadien even afkoelen.

Nu starten we met het vullen van de soesjes.

Klop de pudding los met een scheutje room, zodat je het mengsel gemakkelijker kan spuiten. Vul een spuitzak met de pudding.

Maak met een mespunt een kleine opening in de onderkant van elke soes, druk er het spuitmondje in en vul elk gebakje met een portie van de pudding.

 

Serveer de soesjes op een mooi bord en ze zijn klaar om op te eten!

Gelukkige Verjaardag!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

27 augustus – sushi

In warenhuizen zie je soms kant en klare sushi liggen. Dit ziet er zo aantrekkelijk uit dat ik het absoluut ook zelf eens wou proberen!

Het recept haalde ik op de website van Njam, uitgelegd door de chef kok van Tanuki. Dit is een Japans restaurant in Brugge.

Morgen verschijnt het recept op de blog!

 

26 augustus – cakejes

Vandaag is het slotfeest van Babbeloe. Dit is een vakantiewerking voor kinderen met een beperking. Mijn zus helpt daar deze week als vrijwilliger en de monitoren zochten iemand die iets wou bakken voor op het slotfeest. Het duurde dan ook niet lang voor Emma bij mij aanklopte!

Ik had al snel het idee om cakejes te bakken. Dit is een recept dat altijd lukt en bovendien valt het in de smaak bij kinderen!

Ingrediënten voor 22 cakejes

• 250 gram zelfrijzend bakmeel
• 200 gram kristalsuiker
• 150 gram gesmolten boter
• 3 eieren
• 4 eetlepels melk
• een zakje vanillesuiker
• 4 eetlepels bakvaste chocoladedruppels (dit kan je vinden bij Aveve)

extra nodig: 22 kleine bakvormpjes

Bereiding

Laat in een pannetje (of in de microgolf) de boter smelten en laat afkoelen.

Klop met de mixer in een grote mengkom de eieren los in de melk.
Voeg daarbij de suikers (dus de kristalsuiker en de vanillesuiker) en mix opnieuw.

Giet nu de afgekoelde gesmolten boter bij het mengsel en meng met de mixer.
Zeef de bloem en mix opnieuw tot je een egale massa verkrijgt. Het zeven zorgt voor een luchtiger beslag.

Voeg bij het deeg de chocoladedruppels en roer om met een lepel.

Verwarm de oven voor op 200 °C hetelucht- functie.

Schik op een bakplaat de papieren bakvormpjes. Ik steek de bakvormpjes nog eens in een muffinvorm, zodat de cakejes hun ronde vorm behouden.

Vul de bakvormpjes met het deeg. Ik heb gemerkt dat het ook handig is om het deeg te verdelen met een ijsschepper. Vul de vormpjes niet helemaal tot bovenaan, want de cakejes zullen nog rijzen.

Bak de cakejes 20 minuten in de voorverwarmde oven. Controleer of ze gaar zijn door er met een brochettenaald even in te prikken. Als de naald droog blijft zijn ze doorbakken.

Tips

• Als je geen chocoladedruppels hebt, kan je ook hagelslag gebruiken.
• Het is heel gemakkelijk om zelf vanillesuiker te maken.
  Snij een vanillestokje in twee en giet er wat gewone kristalsuiker over. Bewaar dit in een afgesloten kommetje.

 

 

 

 

25 augustus – ovenverse sandwiches

Geen taart of gebak vandaag, maar wel ovenverse sandwiches. Met dit mooie weer zijn de sandwiches zeer gemakkelijk om mee te nemen voor een lekkere picknick. Belegd met wat sla, kaas en tomaatjes ben je zo op weg!

Het recept vond ik in het kookboek van Roger Van Damme, maar je kan het ook gewoon vinden op internet. Klik hier als je het filmpje eens wil bekijken. Zeker doen, de begingeneriek en zijn uitspraak van ‘sandwich’ lonen al de moeite!

Ingrediënten voor 20 sandwiches

• 500 gram bloem
• 225 gram lauwe melk
• 35 gram verse gist
• 3 eierdooiers (2 eierdooiers voor in het deeg + 1 eierdooier om te ‘doreren’)
• 50 gram kristalsuiker
• 10 gram zout
• 80 gram boter op kamertemperatuur, plus een extra klontje om in te vetten.

Bereiding

Maak een kuiltje in de bloem en giet de lauwe melk erin.
Doe er de verbrokkelde gist en de 2 eierdooiers bij. Roer de eieren eerst los met de lauwe melk en de gist. Meng er daarna beetje bij beetje de bloem door.

Kneed dan pas de suiker, het zout en de boter erdoor. Let op! Zorg ervoor dat de gist en het zout niet rechtstreeks met elkaar in contact komen. Gebeurt dit wel, dan vermindert de werking van de gist.
Kneed het deeg minstens 25 minuten met de hand tot je een mooi glad en soepel deeg hebt. Dit is een serieuze work- out, maar je moet het deeg echt goed kneden zodat het straks gemakkelijker wordt om de sandwiches te vormen. Kijk nog even naar dit filmpje zodat je de kneedtechniek doorhebt.

Rol het deeg tot een bolletje. Leg er plasticfolie en een schone theedoek op. Span de theedoek en de folie niet te strak tegen het deeg aan.
Laat 35 minuten rusten.

Nu moet het deeg gerezen zijn. Sla met de vlakke hand de lucht uit het deeg en verdeel het deeg in porties van 50 – 55 gram.
Rol er daarna bolletjes van. Dat doe je door elk bolletje onder de handpalm te nemen en de nagels van je vingers op het werkvlak te plaatsen. Zet kracht op het deeg en maak zo al draaiend een mooi bolletje. De naad moet onderaan het bolletje liggen. Kijk nog even naar het filmpje als je het niet volledig doorhebt.

Leg de bolletjes met de onderkant naar boven, dek af met plasticfolie en laat 10 minuten rusten.

Duw vervolgens elk bolletje plat met je handpalm zodat je de lucht eruit drukt. Rol elk bolletje daarna tot een langwerpige sandwich, kijk ook nog even hoe Roger Van Damme het doet op het filmpje.

Vet de bakplaat in met een klontje boter en leg hierop de sandwiches. Leg ze niet te dicht bij elkaar, want de sandwiches zullen nog rijzen! Dek af met plasticfolie en laat ze een uurtje rijzen.

Verwarm de oven voor op 220 °C hetelucht- functie.

Klop de overgebleven eierdooier los met een scheutje water. Bestrijk voorzichtig de sandwiches hiermee.

Bak 8 minuten af in de warme oven.

Smakelijk!

 

24 augustus – tomatensalade met halloumi

Met dit warme weer heb ik niet echt veel zin om lang in de keuken te staan. Het toeval wil dat ik van een vriendin heel wat verse tomaten heb gekregen, recht uit de moestuin! Daarom kies ik voor een Libanese variant van een traditionele tomatensalade. In plaats van mozzarella gebruik ik halloumi. Dit is een stevige, witte geitenkaas die afkomstig is uit Cyprus. Je hoeft echter niet helemaal naar Cyprus te reizen, je kan deze kaas gewoon vinden in de supermarkt.

Het bijzondere aan halloumi is dat je de plakjes kan bakken of grillen. Zo krijgen ze een lekker krokant korstje, want rauw is deze kaas niet zo lekker.

Het recept vond ik in een Libanees kookboek, getiteld: ‘Comptoir Libanais’ van Tony Kitous.

Ingrediënten voor 4 personen

• 300 gram halloumi
• 4 takjes tijm
• 2 teentjes knoflook
• 1 à 2 grote verse tomaten
• 50 gram zwarte olijven zonder pit, grof gehakt
• klein bosje gesnipperde munt
• olijfolie
• vers citroensap, naar smaak

Bereiding

Snij de halloumi in 1 cm dikke plakjes. Marineer in verse tijm, knoflook en wat olijfolie.

Leg de plakjes kaas op een bord en dep ze droog met keukenpapier. Zet een grote pan met een klein scheutje olijfolie op matig vuur. Leg wanneer de olie heet is een paar plakjes kaas in de pan en bak ze tot de onderkant goudbruin en krokant is.
Keer ze om, bak de andere kant ook goudbruin en schep ze op een bord.
Herhaal dit met de rest van de plakjes.

Snij de tomaten in schijfjes, stapel ze om en om met de plakjes kaas op de serveerschaal en strooi de gehakte olijven en gesnipperde munt erover.
Het enige wat je nu nog hoeft te doen, is er een scheutje olijfolie en een kneepje vers citroensap over sprenkelen. En natuurlijk nog de schaal op tafel zetten!

 

 

 

23 augustus – millefeuille met frambozen

Hiep hiep hoera! Oma is vandaag jarig! En hoe kan je dit beter vieren dan met een heerlijk taartje?

Een millefeuille is van oorsprong een Frans gebakje en betekent letterlijk ‘duizendblad’.  In dit receptje heb ik mij echter beperkt tot 3 lagen bladerdeeg, wat ik al meer dan voldoende vind!

Ingrediënten voor 4 ronde taartjes

voor de mascarponevulling

• 250 gram mascarpone
• versgeperst sap van een kwart citroen
• 1 scheutje room
• 1 vanillestokje
• 2 eetlepels vanillesuiker

voor de bladerdeegkoekjes

• 1 vel bladerdeeg

voor de afwerking

• 2 eetlepels bloemsuiker
• 2 bakjes frambozen (reken 8 frambozen per taartje)

Bereiding

1. Begin met het maken van de mascarponevulling.

Neem een ruime mengschaal en doe er de mascarpone in. Roer met een houten lepel de kaas tot ze zacht is.

Voeg het citroensap toe en een klein scheutje room. Roer met een garde tot je een smeuïge crème krijgt, waarvan de dikte vergelijkbaar is met half opgeklopte room.

Snij de vanillestok overlangs en schraap er met een mespunt de zaadjes uit. Roer de zaadjes door de mascarpone.

Voeg de vanillesuiker toe en roer tot de suiker oplost in de mascarponecrème.
Schep het mengsel meteen in de spuitzak en leg hem een uurtje in de koelkast.

2. Maak vervolgens de bladerdeegkoekjes.

Verwarm de oven voor tot 170 °C, gebruik de heteluchtfunctie.

Rol het vel bladerdeeg uit op je werkblad.
Druk rondjes uit het deeg met de uitsteekring. Je hebt drie rondjes nodig per taartje.
Als je nog wat restjes overhebt, kneed dan het bladerdeeg. Laat 10 minuten rusten in de koelkast. Rol het deeg uit en maak opnieuw rondjes uit het deeg met de uitsteekring.

Neem een ovenplaat waarop je een vel bakpapier legt (of een siliconenmatje), met daarbovenop de rondjes bladerdeeg.

De koekjes mogen tijdens het bakken niet opblazen. Leg nog een vel bakpapier (of een siliconenmatje) op de deeglapjes, zodat je genoeg tegengewicht geeft. Plaats er vervolgens een tweede ovenschaal bovenop.
(Ik heb op de tweede ovenschaal nog een taartvorm (met bakerwten) gezet, zodat er genoeg druk is).
Als dit allemaal een beetje ingewikkeld lijkt, bekijk dan nog eens dit filmpje.

Bak de cirkels bladerdeeg in de voorverwarmde oven 20 à 25 minuten. Bij mij duurde dit iets langer. Ik heb het bladerdeeg gebakken gedurende 30 minuten.

3. Nu kan je beginnen aan het assembleren van de taartjes!

Laat de bladerdeegkoekjes afkoelen, want anders zal de mascarpone smelten.

Haal de spuitzak met de mascarponecrème uit de koelkast en knip er het topje af.

Neem de dessertbordjes en spuit er in het midden een klein toefje crème op. Leg daarop het onderste koekje. Zo bouw je een stabiel taartje.

    

Spuit een laagje van de crème over het oppervlak van het koekje. Indien nodig maak je de crème vlak met een mesje. Plaats daarop frambozen met de top naar boven.

Leg daarop het tweede koekje en spuit er een laagje crème op. Plaats opnieuw frambozen op de mascarpone.

   

Werk het taartje af met een derde koekje erbovenop en bepoeder het met wat bloemsuiker.

Gelukkige verjaardag, oma!

Tips

• Het receptje vond ik in het tweede kookboek van Dagelijkse Kost van Jeroen Meus.
  
• Hij gebruikt een ronde uitsteekvorm met een diameter van 7 cm. Als je dit niet hebt, kan je ook een glas gebruiken en zo de bladerdeegrondjes uitsteken.
• Je kan naar hartelust variëren met dit recept! Zo maakte ik nog een taartje, in rechthoekige vorm, maar dit keer met bosbessen en frambozen.
  

 

 

 

22 augustus – appelroosje

Ik had dit gebakje al eens gezien op YouTube, maar ik wist totaal niet hoe eraan te beginnen. Gelukkig wist Jeroen Meus meer raad! Via deze link kan je het volledige recept raadplegen, met bijhorend filmpje.

Jeroen Meus maakt dit gerechtje met gekochte suikersiroop en gekochte appelmoes. Aangezien ik dat niet had staan in de voorraadkast, besloot ik dan maar om het zelf te maken. Zo hoef je ook geen volledige bokaal appelmoes open te doen, waarvan je dan de rest toch niet meer gebruikt.

Het gebakje oogt zeer mooi en er zit wat fruit in! Dus wat wil je nog meer?

Ingrediënten voor 4 roosjes                      

• 1 appel
• 4 eetlepels bruine suiker
• 4 eetlepels appelmoes
• 1 vel bladerdeeg
• 1 ei
• 4 eetlepels suikersiroop
• boter (om in te vetten)

eventueel bijkomende ingrediënten voor de zelfgemaakte appelmoes & suikersiroop

• 1 appel
• 1 koffielepel bruine suiker
• 20 gram fijne kristalsuiker
• 10 gram water

Bereiding

Begin met het maken van de suikersiroop.
Normaal gezien is de regel: 2 delen suiker en 1 deel water. Ik gebruik voor dit receptje ongeveer 20 gram suiker en 10 gram water.
Doe de suiker en het water in een kookpot. Zet op een laag vuurtje. Roer tot de suiker volledig is opgelost. Je mag geen suikerkorrels meer zien.
Giet in een kommetje en laat afkoelen.

Maak nu de appelmoes. Schil een appeltje, verwijder het klokhuis en snij in kleine stukjes. Doe er vervolgens een koffielepel bruine suiker bij. Zet dit op een matig vuurtje en laat stoven tot je zachte appeltjes bekomt. Plet daarna de appeltjes met een vork tot je appelmoes verkrijgt. Laat afkoelen.

Nu kan je beginnen aan het leuke werk!

Verwarm de oven voor tot 170 °C, gebruik de heteluchtfunctie.

Snij de ronde kanten van het bladerdeeg zodat je een vierkant krijgt. (Als het bladerdeeg al een vierkante vorm heeft, kan je deze stap overslaan.)
Snij het vierkant in 4 gelijke repen.

Splits het ei. Klop de eierdooier los met een klein scheutje water.

Strijk het bladerdeeg licht in met het losgeklopt ei en strooi er een beetje bruine suiker over.

Snij de onder- en bovenkant van de appel. Je hoeft de appel niet te schillen! Snij hem dan in kwarten. Verwijder het klokhuis en snijd de kwartjes in flinterdunne plakjes met een rasp of mandoline. Je kan dit ook doen met de broodsnijmachine.

Leg de appelplakjes dakpansgewijs en met de ronde kant naar boven op de repen bladerdeeg.

Leg er een tweede laagje appel op. Houd onderaan ongeveer 1 cm vrij en aan de zijkant 2 cm. Zoals je kan zien op de foto mocht de tweede laag appels nog wat lager komen. Zo zal je een mooiere vorm krijgen. Duw de zijkant wat plat zodat je het roosje straks gemakkelijk kunt sluiten.

Leg een streepje appelmoes aan de onderkant van de appelplakken. Overdrijf niet, want anders wordt het straks moeilijk om de roosjes te vormen.

Vouw de onderste rand naar boven.

Bestrijk met losgeklopt ei en strooi er wat bruine suiker over.

Rol de reep voorzichtig op tot een roosje. Bestrijk de buitenkant met losgeklopt ei.

Beboter een muffin- of cakevorm en zet er de gebakjes in.

Bestrijk de appeltjes met een kwastje bovenaan met de suikersiroop. Dit doe je om te zorgen dat de appel niet verbrandt. Wees dus niet te zuinig met die suikersiroop!

Bak de roosjes ongeveer 30 minuten in de voorverwarmde oven.
Haal ze meteen uit de vorm.

Bestuif de appelroosjes met bloemsuiker. Dit gebakje kan je zowel warm als koud opeten.